Renate Beek: 

Mijn moeder was in de eerste helft van de dertiger jaren de kinderjuffrouw van Rob en Johan. 

De jongens hadden een stevige band met Juffie en haar verloofde Oom Bob. Deze band is altijd blijven bestaan. 

Mijn moeder (7 december) en ik ( 21 september) staan op de verjaardagskalender van 1942 in Rob’s boek. 

Toen ik naar de middelbare school ging nodigde de moeder van Rob en Johan – Tante Sara – mij uit ’s maandags te komen lunchen. Rob -meestal- en Johan waren daarbij. Ik luisterde naar hun verhalen. Rob vertelde ooit dat hij laat in de nacht bij een kroeg “het Sterretje” naar binnen ging voor een kop koffie. Het bleek een gelegenheid te zijn waar allerlei zaken plaats vonden die het daglicht niet konden zien. Eén van de aanwezige dames probeerde Rob te verleiden. Om zich hier uit te redden zei hij “ik wil wel een portret van je tekenen.” Dat viel zo in de smaak, dat hij alle aanwezige dames getekend heeft. Zij mochten de tekening houden en als dank kreeg hij een stevig ontbijt.

In de zomer van 1949 heeft Rob, die toen een atelier in de Pijp had, mij geschilderd. Mijn moeder kreeg het portret cadeau. Tijdens het lange stil zitten spraken wij soms over school. 

Rob had ook op het Vossius gezeten en had ook les gehad van sommige van mijn docenten. Hij leerde mij een spotlied op één van hen. Ik heb het nooit op school durven zingen.